Van cursisten krijg ik vaak vragen over het afwerken van naden: samen afwerken, enkel afwerken, locken, zigzaggen, waarom überhaupt? In deze blog wil ik je meenemen in de wereld van naadjes afwerken, die eigenlijk helemaal niet zo groot is… (in welgeteld 4 stappen ben je er doorheen ????)
Ik begin met de meest essentiële vraag: wat is het afwerken van naadjes?? Voor of na het stikken (daar kom ik op bij stap 4) van twee lagen stof op elkaar zet je een extra stiksel op de naadwaarde en dat noemen we afwerken. Dat zit dus aan de binnenkant van je kledingstuk en is niet voor de sier, maar heeft een functie.
Stap 2
De volgende vraag is zo mogelijk net zo belangrijk: waarom werk je naadjes eigenlijk af?? Het antwoord daarop is afhankelijk van het soort materiaal dat je gebruikt.
Wanneer je met geweven stoffen werkt, zoals een ‘katoentje’, viscose, canvas, jeans, hydrofiel, wafelstof, etc, werk je naden af omdat de stof anders gaat rafelen en op den duur verdwijnt. De geweven draden vallen er als het ware uit.
Werk je met gebreide stoffen (tricot, sweatstof, fleece, modal, french terry, gebreide jacquard, etc) loop je niet het risico dat de stof gaat rafelen. De reden dat je dit soort stoffen afwerkt is dat ze gaan opkrullen wanneer je ze niet afwerkt. In eerste instantie lijkt dat misschien niet zo’n probleem, dat krullen, maar nadat je het kledingstuk een paar keer hebt gewassen, veranderen die krullende naadjes in harde randjes en dat zit niet lekker. Daarnaast zorgen afgewerkte naadjes ook voor een mooi eindresultaat, óók aan de binnenkant!
Meer weten over verschillende stoffen? Check dan ook deze blog even.
Stap 3
Hoe werk ik de naden dan af?
Dat kun je op verschillende manieren aanpakken en ook met verschillende machines! Laten we starten met de naaimachine: op vrijwel elke naaimachine zit een ‘afwerksteek’ (zoek maar op in je handleiding). Soms heb je daar ook een speciaal naaimachinevoetje voor nodig.
Naaimachines
Sommige naaimachineshebben er zelfs een speciaal voor stretchstoffen. Die afwerksteek is in principe bedoeld om te stikken en af te werken inéén. Ik gebruik die steek liever niet: enerzijds moet je dan goed rekening houden met de naadwaarde en anderzijds (belangrijker) is het een rotklus deze steek uit te halen als je een foutje hebt gemaakt… Maar de steek is wel uitstekend te gebruiken om ná het stikken het naadje af te werken. Heb je niet zo’n steek? Dan kun je ook heel goed een brede zigzag gebruiken!
Waar zet je die zigzag/afwerksteek? Vlak naast je stiksel, op het randje, om het randje heen? Het is lastig om daar één antwoord op te geven: het is namelijk afhankelijk van steek, stof en persoonlijke voorkeur!
1. Vlak langs de steek (zoals op de foto van het roestbruine stofje hieronder): kan als je stof niet zo dik is en je van plan bent nog een randje stof af te knippen. Doe je het op deze manier bij een dikkere stof (bijvoorbeeld een french terry), dan kun je je misschien wel voorstellen dat je dan een wat dikker randje binnenin het kledingstuk krijgt dat niet meer zo mooi plat blijft liggen, dus niet zo mooi is.
2. Op het randje van de stof: bij dikkere stof (zie hierboven), maar ook als je geen zin hebt om nog een randje stof af te knippen.
3. Om het randje heen: als jouw machine een steek heeft die dat doet, met bijbehorend voetje.
Heb je een lockmachine? Dan gebruik je die: de lockmachine snijdt een randje stof af en werkt er gelijk een mooi stiksel omheen. De lockmachine kun je ook gebruiken om te stikken en af te werken inéén.
Stap 4
Is er nog een bepaalde volgorde?
Jep. Je kunt naden namelijk enkel of samen afwerken.
Kies je voor enkel, dan werk je eerst alle randen af voordat je de delen aan elkaar stikt. Dan kun je na het stikken de naadjes openstrijken. Voordeel: het ziet er vanaf de buitenkant mooi plat uit.
Kies je voor samen, dan stik je eerst de delen op elkaar en vervolgens werk je de twee laagjes stof (of soms 3) samen af. Voordeel: lekker snel. De naden van het armsgat werk je bijvoorbeeld het beste samen af.
Meestal heb je de keuze, soms niet. Wanneer de werkbeschrijving van een patroon niet heel specifiek aangeeft wanneer je een naad afwerkt, kun jij zelf het volgende in overweging nemen: hoe gaat de stof zich gedragen nadat ik het kledingstuk een keer gewassen heb? Bijna alle stoffen lenen zich voor enkel afwerken – stikken – openstrijken, behalvetricot en modal. Dat zijn dunne stoffen waarvan de naadjes irritant gaan omkrullen wanneer enkel afgewerkt. Die kun je dus beter samen afwerken.* Andersom, hele dikke stoffen kun je beter niet samen afwerken. Je strijkt ze immers één kant op na het stikken en dat levert weer dikke randen op.
*Wanneer je een beleg van tricot maakt, ontkom je niet aan enkel afwerken. Maar omdat je dat beplakt met (rekbare!) vlieseline, blijft dat wel mooi plat liggen.
Kortom, probeer een beetje in de toekomst te kijken en leer van ‘verkeerde’ inschattingen.
En.. we zijn er doorheen gewandeld! Viel mee, toch? Veel meer leren? Neem ook eens een kijkje bij de online naaicursussen bij Studio Dotter.
Heb jij een kledingstuk gemaakt waar drukknoopjes in moeten? Vind je dat een beetje eng? Of maak je überhaupt geen kledingstukken waar drukknoopjes in moeten omdat je als de dood bent dat je het fout doet? Voor mij heel herkenbaar. De ene helft is misschien makkelijk te plaatsen, maar de andere helft zat altijd net …
Interesse in meer manieren om randjes af te werken? Bekijk hier de online naaicursus Randjes Afwerken. Wil jij de tutorials van Studio Dotter direct in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.
De tip van vandaag gaat over het stikken van lastige naadjes, zoals een bocht of een hoek. De twee onderdelen vormen een binnen- en een buitenbocht, waardoor dit een hoop gepruts kan opleveren. In de werkbeschrijving staat vaak dat je ná het stikken de naadwaarde inknipt, maar mijn tip is om het er juist vóór …
Naden afwerken
Van cursisten krijg ik vaak vragen over het afwerken van naden: samen afwerken, enkel afwerken, locken, zigzaggen, waarom überhaupt? In deze blog wil ik je meenemen in de wereld van naadjes afwerken, die eigenlijk helemaal niet zo groot is… (in welgeteld 4 stappen ben je er doorheen ????)
(Op de hoogte blijven van nog meer goeie tips? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!)
Stap 1
Ik begin met de meest essentiële vraag: wat is het afwerken van naadjes?? Voor of na het stikken (daar kom ik op bij stap 4) van twee lagen stof op elkaar zet je een extra stiksel op de naadwaarde en dat noemen we afwerken. Dat zit dus aan de binnenkant van je kledingstuk en is niet voor de sier, maar heeft een functie.
Stap 2
De volgende vraag is zo mogelijk net zo belangrijk: waarom werk je naadjes eigenlijk af?? Het antwoord daarop is afhankelijk van het soort materiaal dat je gebruikt.
Wanneer je met geweven stoffen werkt, zoals een ‘katoentje’, viscose, canvas, jeans, hydrofiel, wafelstof, etc, werk je naden af omdat de stof anders gaat rafelen en op den duur verdwijnt. De geweven draden vallen er als het ware uit.
Werk je met gebreide stoffen (tricot, sweatstof, fleece, modal, french terry, gebreide jacquard, etc) loop je niet het risico dat de stof gaat rafelen. De reden dat je dit soort stoffen afwerkt is dat ze gaan opkrullen wanneer je ze niet afwerkt. In eerste instantie lijkt dat misschien niet zo’n probleem, dat krullen, maar nadat je het kledingstuk een paar keer hebt gewassen, veranderen die krullende naadjes in harde randjes en dat zit niet lekker. Daarnaast zorgen afgewerkte naadjes ook voor een mooi eindresultaat, óók aan de binnenkant!
Meer weten over verschillende stoffen? Check dan ook deze blog even.
Stap 3
Hoe werk ik de naden dan af?
Dat kun je op verschillende manieren aanpakken en ook met verschillende machines! Laten we starten met de naaimachine: op vrijwel elke naaimachine zit een ‘afwerksteek’ (zoek maar op in je handleiding). Soms heb je daar ook een speciaal naaimachinevoetje voor nodig.
Naaimachines
Sommige naaimachineshebben er zelfs een speciaal voor stretchstoffen. Die afwerksteek is in principe bedoeld om te stikken en af te werken inéén. Ik gebruik die steek liever niet: enerzijds moet je dan goed rekening houden met de naadwaarde en anderzijds (belangrijker) is het een rotklus deze steek uit te halen als je een foutje hebt gemaakt… Maar de steek is wel uitstekend te gebruiken om ná het stikken het naadje af te werken. Heb je niet zo’n steek? Dan kun je ook heel goed een brede zigzag gebruiken!
Waar zet je die zigzag/afwerksteek? Vlak naast je stiksel, op het randje, om het randje heen? Het is lastig om daar één antwoord op te geven: het is namelijk afhankelijk van steek, stof en persoonlijke voorkeur!
1. Vlak langs de steek (zoals op de foto van het roestbruine stofje hieronder): kan als je stof niet zo dik is en je van plan bent nog een randje stof af te knippen. Doe je het op deze manier bij een dikkere stof (bijvoorbeeld een french terry), dan kun je je misschien wel voorstellen dat je dan een wat dikker randje binnenin het kledingstuk krijgt dat niet meer zo mooi plat blijft liggen, dus niet zo mooi is.
2. Op het randje van de stof: bij dikkere stof (zie hierboven), maar ook als je geen zin hebt om nog een randje stof af te knippen.
3. Om het randje heen: als jouw machine een steek heeft die dat doet, met bijbehorend voetje.
Meer weten over hoe je naaimachine werkt en wat je er eigenlijk mee moet?
Lockmachines
Heb je een lockmachine? Dan gebruik je die: de lockmachine snijdt een randje stof af en werkt er gelijk een mooi stiksel omheen. De lockmachine kun je ook gebruiken om te stikken en af te werken inéén.
Stap 4
Is er nog een bepaalde volgorde?
Jep. Je kunt naden namelijk enkel of samen afwerken.
Kies je voor enkel, dan werk je eerst alle randen af voordat je de delen aan elkaar stikt. Dan kun je na het stikken de naadjes openstrijken. Voordeel: het ziet er vanaf de buitenkant mooi plat uit.
Kies je voor samen, dan stik je eerst de delen op elkaar en vervolgens werk je de twee laagjes stof (of soms 3) samen af. Voordeel: lekker snel. De naden van het armsgat werk je bijvoorbeeld het beste samen af.
Meestal heb je de keuze, soms niet. Wanneer de werkbeschrijving van een patroon niet heel specifiek aangeeft wanneer je een naad afwerkt, kun jij zelf het volgende in overweging nemen: hoe gaat de stof zich gedragen nadat ik het kledingstuk een keer gewassen heb? Bijna alle stoffen lenen zich voor enkel afwerken – stikken – openstrijken, behalve tricot en modal. Dat zijn dunne stoffen waarvan de naadjes irritant gaan omkrullen wanneer enkel afgewerkt. Die kun je dus beter samen afwerken.* Andersom, hele dikke stoffen kun je beter niet samen afwerken. Je strijkt ze immers één kant op na het stikken en dat levert weer dikke randen op.
*Wanneer je een beleg van tricot maakt, ontkom je niet aan enkel afwerken. Maar omdat je dat beplakt met (rekbare!) vlieseline, blijft dat wel mooi plat liggen.
Kortom, probeer een beetje in de toekomst te kijken en leer van ‘verkeerde’ inschattingen.
En.. we zijn er doorheen gewandeld! Viel mee, toch? Veel meer leren? Neem ook eens een kijkje bij de online naaicursussen bij Studio Dotter.
(Op de hoogte blijven van nog meer goeie tips? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!)
Related Posts
Kniptips voor stof met ruiten of strepen
Lees in deze tutorial hoe je je stof zo knipt dat ruiten of strepen helemaal perfect doorlopen.
Drukknoopjes plaatsen
Heb jij een kledingstuk gemaakt waar drukknoopjes in moeten? Vind je dat een beetje eng? Of maak je überhaupt geen kledingstukken waar drukknoopjes in moeten omdat je als de dood bent dat je het fout doet? Voor mij heel herkenbaar. De ene helft is misschien makkelijk te plaatsen, maar de andere helft zat altijd net …
4 Manieren om een mooie rolzoom te maken
Interesse in meer manieren om randjes af te werken? Bekijk hier de online naaicursus Randjes Afwerken. Wil jij de tutorials van Studio Dotter direct in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.
Dotterdag: over lastige bochten en hoeken
De tip van vandaag gaat over het stikken van lastige naadjes, zoals een bocht of een hoek. De twee onderdelen vormen een binnen- en een buitenbocht, waardoor dit een hoop gepruts kan opleveren. In de werkbeschrijving staat vaak dat je ná het stikken de naadwaarde inknipt, maar mijn tip is om het er juist vóór …