Veel van mijn cursisten vinden dit een behoorlijk lastige techniek om in de vingers te krijgen. Ze vinden het een gepruts èn vervelend als ze de rimpels niet mooi verdeeld krijgen. Ik geef ze dan altijd onderstaande tips mee, maar bovenal het advies dat rimpels maken een organisch proces is; je krijgt ze nooit helemaal gelijkmatig vastgespeld en dat is OK. Moet het loeistrak, kies dan voor plooien in plaats van rimpels.
Werkwijze:
Je gaat parallel aan de stofrand twee stiksels zetten die je vervolgens aantrekt zodat de stof gaat rimpelen. Uiteindelijk verwijder je de stiksels weer, dus de kleur garen is in dit stadium niet belangrijk. Sterker nog; het kan zelfs handig zijn om een contrasterend garen te gebruiken (en dan ook nog een andere kleur op de spoel dan de klos is), zodat je het goed ziet zitten en weet aan welke draad je moet trekken. Ook handig wanneer je ze weer verwijdert!
Zet je steeklengte zo lang mogelijk. Je leest ook weleens dat je de draadspanning van je naaimachine heel hoog moet zetten, zodat je machine het rimpelen voor je doet. Ik vind die methode zelf niet zo handig, want het is weliswaar handig dat de stof gelijk al samen rimpelt bij het eerste stiksel, maar je moet het dan weer glad trekken om de tweede rij stiksels te kunnen plaatsen. Werkverschaffing dus 😉
Zoals gezegd ga je twee rijen stiksels zetten; aan weerszijden van de patroonlijn (=stiklijn). Je zet ze aan weerszijden om het jezelf gemakkelijk te maken: de rimpeldraden trek je er nadat ze dienst hebben gedaan immers weer uit en dan is het wel zo makkelijk als je er niet op hebt gestikt. Voorbeeld: bij een naadwaarde van 1 cm zet je het eerste stiksel op 0,5cm parallel aan de stofrand en het tweede op 1,5cm. Je kunt overigens ook één stiksel zetten om te rimpelen, maar dan wordt je rimpel nooit mooi gelijkmatig. Bovendien heb je geen reservedraad meer wanneer je per ongeluk de draad kapot trekt… Er zijn ook situaties te bedenken waar drie rimpeldraden fijn zouden zijn: hele dikke of zware stoffen waarbij je flink aan de rimpeldraden moet trekken bijvoorbeeld. Dan is een reservedraad wel prettig 😉
Begin met een lange draad en stik van markering tot markering of van begin tot eind (afhankelijk van jouw patroon). Je hecht aan begin en einde niet af, want dan zet je de draad ‘op slot’ en dat is precies níet de bedoeling hier. Eindig ook met een lange draad, zodat je wat te pakken hebt.
Verdeel nu zowel het te rimpelen deel als het deel waaraan dit vast gestikt gaat worden in tweeën of vieren, afhankelijk van hoe breed je patroondeel is. Leg die punten op elkaar en speld vast.
Pak nu de draden van de voorzijde en trek er zachtjes (!) aan. Hierdoor gaat de stof rimpelen. Op je patroon staat tot hoever je je stof moet samen rimpelen: soms tot de lengte van het hele pand, soms maar een klein stukje.
Speld de gerimpelde stof op de gladde stof. Ook nadat je gespeld hebt, kun je de stof nog een beetje heen en weer verdelen over de spelden heen. Dat zie je in de eerste video hieronder.
Zet je spelden aan de gerimpelde kant, zodat als je straks gaat stikken, goed in de gaten kunt houden of de rimpels netjes blijven zitten. Je kunt dan ook eventueel met een tornmesje of speld de rimpels weer terug op hun plek duwen.
Zorg ervoor dat je gerimpelde gedeelte ietsje korter is dan het gladde bovenpand: wanneer je stikt, duwt je persvoet de rimpels altijd weer een beetje uit. Op die manier matcht het toch!
Je kunt nu eventueel de draden vastzetten door het draad in een 8je om een speld te draaien, aan weerszijden. Dat zie je in de eerste video hieronder.
Stik op je patroonlijn. Wanneer je een er fijne elastische naad van wilt maken, kun je nu Framilastic meestikken: een elastisch tape dat naden rekbaar houdt. Je ziet in de onderste video hoe ik dat doe.
Verwijder nu de twee rimpeldraden. Soms lukt dat in één keer en heb je geluk. Soms niet. 😉
Hopelijk heb je wat aan deze tutorial: stel gerust een vraag als het nog niet duidelijk is!
Je kent het vast wel, zo’n contrasterend randje stof dat tussen twee naadjes uitsteekt en een kledingstuk net een beetje extra geeft. Gebruik jij wel eens een paspel (in het Engels piping) tijdens het naaien? In deze tutorial leg ik je uit hoe je dat aanpakt, lees je mee? (Op de hoogte blijven van nog …
De tip van vandaag gaat over het inzetten van een deelbare rits, in bijvoorbeeld een vest met zak en boord. Wanneer je de ene helft vast hebt gestikt, kun je de rits weer even dichtdoen om te checken waar de horizontale lijnen lopen van de zakken en de boord. Als je dit op het ritslint …
Om te beginnen, zorg dat je weet waar stof van gemaakt is: check het label in een kledingstuk of op de stofbaal. Is er geen info (helaas komt dat vaak genoeg voor ?), vraag de verkoper! Die zou het moeten weten. Wist je dat elke grondstof (en dan heb ik het over bijvoorbeeld katoen, wol, …
Rimpelen: tips en trics
Rimpelen is een naaitechniek die je gebruikt om een breed stuk stof smaller te maken en aan te laten sluiten op een smaller stuk stof. Denk aan een een gerimpelde rok aam een aangesloten lijfje, zoals de Idylle, Lyra of Harmonie jurken. Of een wijd lijfje gerimpeld aan een pas, zoals de Crepuscule (zie foto hierboven), de Pimpante of de Frida blouses. Ook kun je rimpels vinden in de kop/onderkant van een mouw zoals de Harriet en de Olivia blouses.
Veel van mijn cursisten vinden dit een behoorlijk lastige techniek om in de vingers te krijgen. Ze vinden het een gepruts èn vervelend als ze de rimpels niet mooi verdeeld krijgen. Ik geef ze dan altijd onderstaande tips mee, maar bovenal het advies dat rimpels maken een organisch proces is; je krijgt ze nooit helemaal gelijkmatig vastgespeld en dat is OK. Moet het loeistrak, kies dan voor plooien in plaats van rimpels.
Werkwijze:
Je gaat parallel aan de stofrand twee stiksels zetten die je vervolgens aantrekt zodat de stof gaat rimpelen. Uiteindelijk verwijder je de stiksels weer, dus de kleur garen is in dit stadium niet belangrijk. Sterker nog; het kan zelfs handig zijn om een contrasterend garen te gebruiken (en dan ook nog een andere kleur op de spoel dan de klos is), zodat je het goed ziet zitten en weet aan welke draad je moet trekken. Ook handig wanneer je ze weer verwijdert!
Hopelijk heb je wat aan deze tutorial: stel gerust een vraag als het nog niet duidelijk is!
Related Posts
Tutorial: Engels hoekje
Een wat? Een zogenaamd Engels hoekje is een manier om bijvoorbeeld een split netjes af te werken. In dit filmpje leg ik uit hoe!
Paspels, piping en biezen
Je kent het vast wel, zo’n contrasterend randje stof dat tussen twee naadjes uitsteekt en een kledingstuk net een beetje extra geeft. Gebruik jij wel eens een paspel (in het Engels piping) tijdens het naaien? In deze tutorial leg ik je uit hoe je dat aanpakt, lees je mee? (Op de hoogte blijven van nog …
Dotterdag: de deelbare rits en de horizontale lijn
De tip van vandaag gaat over het inzetten van een deelbare rits, in bijvoorbeeld een vest met zak en boord. Wanneer je de ene helft vast hebt gestikt, kun je de rits weer even dichtdoen om te checken waar de horizontale lijnen lopen van de zakken en de boord. Als je dit op het ritslint …
Waar moet ik nou eigenlijk op letten als ik stof koop, zodat ik geen miskoop doe?*
Om te beginnen, zorg dat je weet waar stof van gemaakt is: check het label in een kledingstuk of op de stofbaal. Is er geen info (helaas komt dat vaak genoeg voor ?), vraag de verkoper! Die zou het moeten weten. Wist je dat elke grondstof (en dan heb ik het over bijvoorbeeld katoen, wol, …