Heb jij dat ook? Dat je iets moois hebt gemaakt, met een zak erop waar drukknoopjes in moeten, waar je netjes vlieseline achter hebt gestreken en dat je dan tijdens het testen toch die stomme knoopjes al door de stof heen trekt? Ik heel vaak.. 🙁
Superstom natuurlijk, dat je dan je kind/man moet smeken om toch alsjeblieft voorzichtig met die drukknoopjes te doen. Vandaar mijn zoektocht naar dè manier om voor eens en voor altijd van dat gezeur af te zijn. De resultaten van die zoektocht deel ik graag hier met jou!
Het idee is eigenlijk heel simpel: je neemt een materiaal dat steviger is dan de gemiddelde vlieseline. Hierbij ga ik er trouwens vanuit dat je die stugge vlieseline sowieso links laat liggen. Waarom? Na een keer wassen gaat die vaak bobbelen en dat zie je aan de buitenkant meestal behoorlijk. De Hema bijvoorbeeld heeft fantastisch patroonpapier (lekker smal!), maar belabberde vlieseline.
Je kunt hiervoor een simpel stukje katoen pakken, maar ik ben tegenwoordig helemaal into de Taslan. Dat is een synthetisch materiaal dat heel strak geweven is en dus heel stevig. Ik heb het gekocht voor de voering van een jasje voor de dotter en de reststukjes lenen zich uitstekend voor belegdeeltjes achter een drukknoop.
Wat je doet is ook simpel: je knipt een stukje stof uit dat net zo groot is als het patroondeel dat je wilt verstevigen, inclusief naad. Dat kan bijvoorbeeld de hele klep van een zak zijn, of de ronding van een overslag, zoals op onderstaande foto. Ik geef op dit stukje Taslan gelijk aan waar mijn drukknoopjes moeten komen.
Dit stukje stof stik je mee wanneer je de klep van de zak aan het maken bent, of met het beleg van de overslag. Door het mee te stikken, ben je er zeker van dat het vastzit. Ik heb het er ook weleens gewoon tussengeschoven na het stikken, maar dan vouwt het toch een beetje dubbel, of ik kom net niet op de plek waar ik de drukknoopjes wil hebben. Afwerken is alleen nodig als je denkt dat de stof erg zal gaan rafelen.
Nu kun je op de aangegeven plek gaatjes maken, de stof binnenstebuiten keren, eventueel doorstikken en je knoopjes zetten. Die knoopjes kunnen van die gekleurde snaps zijn, of drukknoopjes met 5 tandjes (die laatste zijn sowieso duurzamer).
Geen verbod meer op het gebruik van de knoopjes (“Nee, die zak is voor de sier, niks indoen!!”), maar een sluiting die ook daadwerkelijk sluit. En open gaat. En dat dan meer dan één keer. 😉
Met de haren mee, of tegen de haren in? Dat is de vraag als je het hebt over de vleug van een lap stof (in het Engels: nape). Even technisch: stoffen als fluweel/velvet/velours*, ribfluweel, corduroy, babyrib, etc zijn poolweefsels of -breisels. In het weefsel of breisel worden extra garens verwerkt die worden doorgesneden (de polen) …
Knoopsgatenangst, ken je dat fenomeen?? Ik ken heel veel mensen die we last van hebben en ik heb het ook ooit gehad, maar ik ben er inmiddels overheen! Een knoopsgat maken valt namelijk best mee, als je weet wat je doet. Ik heb daarom een video-tutorial gemaakt om jou over je eventuele knoopsgatenangst heen te …
In de Sew Along die ik onlangs organiseerde voor online cursisten, liet ik zien hoe je de figuurnaad/coupe uit het patroon van Naai een Shirt haalt; hoe je een col toevoegt aan een gewone trui of shirt; en hoe je het patroon voor een ‘lantern sleeve’ maakt
Deze video is een opname van die Sew Along; goed voor 1,5 uur les èn gezelligheid! 😀
Drukknoopjes: een goede voorbereiding is het halve werk!
Heb jij dat ook? Dat je iets moois hebt gemaakt, met een zak erop waar drukknoopjes in moeten, waar je netjes vlieseline achter hebt gestreken en dat je dan tijdens het testen toch die stomme knoopjes al door de stof heen trekt? Ik heel vaak.. 🙁
(Op de hoogte blijven van nog meer goeie tips? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!)
Superstom natuurlijk, dat je dan je kind/man moet smeken om toch alsjeblieft voorzichtig met die drukknoopjes te doen. Vandaar mijn zoektocht naar dè manier om voor eens en voor altijd van dat gezeur af te zijn. De resultaten van die zoektocht deel ik graag hier met jou!
Het idee is eigenlijk heel simpel: je neemt een materiaal dat steviger is dan de gemiddelde vlieseline. Hierbij ga ik er trouwens vanuit dat je die stugge vlieseline sowieso links laat liggen. Waarom? Na een keer wassen gaat die vaak bobbelen en dat zie je aan de buitenkant meestal behoorlijk. De Hema bijvoorbeeld heeft fantastisch patroonpapier (lekker smal!), maar belabberde vlieseline.
Je kunt hiervoor een simpel stukje katoen pakken, maar ik ben tegenwoordig helemaal into de Taslan. Dat is een synthetisch materiaal dat heel strak geweven is en dus heel stevig. Ik heb het gekocht voor de voering van een jasje voor de dotter en de reststukjes lenen zich uitstekend voor belegdeeltjes achter een drukknoop.
Wat je doet is ook simpel: je knipt een stukje stof uit dat net zo groot is als het patroondeel dat je wilt verstevigen, inclusief naad. Dat kan bijvoorbeeld de hele klep van een zak zijn, of de ronding van een overslag, zoals op onderstaande foto. Ik geef op dit stukje Taslan gelijk aan waar mijn drukknoopjes moeten komen.
Dit stukje stof stik je mee wanneer je de klep van de zak aan het maken bent, of met het beleg van de overslag. Door het mee te stikken, ben je er zeker van dat het vastzit. Ik heb het er ook weleens gewoon tussengeschoven na het stikken, maar dan vouwt het toch een beetje dubbel, of ik kom net niet op de plek waar ik de drukknoopjes wil hebben. Afwerken is alleen nodig als je denkt dat de stof erg zal gaan rafelen.
Nu kun je op de aangegeven plek gaatjes maken, de stof binnenstebuiten keren, eventueel doorstikken en je knoopjes zetten. Die knoopjes kunnen van die gekleurde snaps zijn, of drukknoopjes met 5 tandjes (die laatste zijn sowieso duurzamer).
Geen verbod meer op het gebruik van de knoopjes (“Nee, die zak is voor de sier, niks indoen!!”), maar een sluiting die ook daadwerkelijk sluit. En open gaat. En dat dan meer dan één keer. 😉
(Op de hoogte blijven van nog meer goeie tips? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!)
Heb je nog een vraag? Stel ‘m gerust!
Gebruikte stoffen: Kangaroo Grey van Elvelyckan Design, Alpaca van Lillestoff en Rumble in the Jungle, ook van Lillestoff.
Gebruikte patronen: Joggingbroek uit de laatste Ottobre (1/17) en Bloomerspakje uit het boek Stof voor durf het Zelvers 3, een beetje aangepast.
Related Posts
Vleug
Met de haren mee, of tegen de haren in? Dat is de vraag als je het hebt over de vleug van een lap stof (in het Engels: nape). Even technisch: stoffen als fluweel/velvet/velours*, ribfluweel, corduroy, babyrib, etc zijn poolweefsels of -breisels. In het weefsel of breisel worden extra garens verwerkt die worden doorgesneden (de polen) …
Knoopsgaten
Knoopsgatenangst, ken je dat fenomeen?? Ik ken heel veel mensen die we last van hebben en ik heb het ook ooit gehad, maar ik ben er inmiddels overheen! Een knoopsgat maken valt namelijk best mee, als je weet wat je doet. Ik heb daarom een video-tutorial gemaakt om jou over je eventuele knoopsgatenangst heen te …
Trui met col en lantaarnmouw
In de Sew Along die ik onlangs organiseerde voor online cursisten, liet ik zien hoe je de figuurnaad/coupe uit het patroon van Naai een Shirt haalt; hoe je een col toevoegt aan een gewone trui of shirt; en hoe je het patroon voor een ‘lantern sleeve’ maakt
Deze video is een opname van die Sew Along; goed voor 1,5 uur les èn gezelligheid! 😀
Tutorial: Engels hoekje
Een wat? Een zogenaamd Engels hoekje is een manier om bijvoorbeeld een split netjes af te werken. In dit filmpje leg ik uit hoe!