Jazzy Jacquard jurk (Ottobre)

Mijn tweede versie van de Jazzy Jacquard uit Ottobre (5/2016) bewijst alweer dat dit patroon een blijvertje is! Ik heb een paar kleine aanpassingen gemaakt, dat wel. Is deze jurk wat voor jou? Misschien heb je dan iets aan de volgende tips:

(Stof is de Monsoon Grey french terry van Elvelyckan Design.)

1. Ik ben 1,79, dus de tailles van de meeste patronen (Ottobre, La Maison Victor, Knip) zitten meestal te hoog. In de patroon zit de taille sowieso hoog, wat niet voor alle figuren even gunstig is (zoals dat van mij..). Ik heb dus simpelweg extra cm toegevoegd aan de onderkant van voor- en achterpand. De zijnaden lopen recht naar beneden. De eerste twee keren 2,5cm, een volgende keer doe ik er nog 1 bij. Waar je hier bij op moet letten is:

• dat tussen de poten van de coupenaad (die wijzen naar de taille) dezelfde afstand blijft zitten. Laat je ze schuin weglopen, neem je uiteindelijk meer ruimte weg dan de bedoeling, en zal het rokgedeelte te wijd zijn. 
• en dat het breedste gedeelte van de rok straks ook wel terecht komt op het breedste gedeelte van jouw lijf. Je kunt dus de taille niet teveel laten zakken, anders komt het rokgedeelte ook te laag. Even meten dus! Ik moest trouwens de rok ook een tikkie wijder maken bij de heupen.

2. Ik heb een middenachternaad gemaakt omdat ik een holle rug heb waardoor jurken vaak een beetje op mijn billen blijven hangen. Ken je dat? Door zo’n middenachternaad kun je een beetje ruimte wegnemen, daar waar het nodig is. Hierbij heb ik het grootste gedeelte weggenomen net onder de taillenaad (omdat die zoals gezegd wat hoog valt).

3. Daarnaast heb ik uiteraard zakken toegevoegd! Wat is een jurk immers zonder zakken? Ik zal binnenkort een tutorial maken over zakken toevoegen. Mocht je nog niet over de streep zijn wat betreft de jurk-met-zakken, hoop ik dat het daarmee lukt 😉 Ik gebruik altijd een stukje jurk-stof als inkijkje en maak de rest van de zak uit een dunne tricot (die nogal kreukelt, zoals je ziet..). Hierdoor krijg je een fijn dunne zak, die geen ongewenst verdikkend effect op de verkeerde plekken veroorzaakt. 😉

4. Als laatste vind ik de hals zoals beschreven in blad wat veel gedoe. Ik stik de schoudernaden aan elkaar (die vallen vrij ver naar voren), lock dat randje af, en beschouw de hals nu als een gewone cirkel, die je op veel manieren af kan werken: met boord, bies of beleg. Hier koos is ik voor de bies die aan de binnenkant valt. Die stik je in drie stappen: 

• dubbelgevouwen aan de goede kant, op 0,5cm;
• understitchen (bies en alle naadwaarde vlak langs de kant op de bies doorstikken), dan even naadwaarde wegknippen met een kartelschaar;
• topstitchen op de goede kant, zodat alles vast zit.