Atelier Scämmit is een Frans patronenmerk dat leuke damespatronen ontwerpt die je in veel variaties kunt maken. Ik naaide de Crepuscule Top & Jurk en dat patroon is bijvoorbeeld op 5 verschillende manieren te gebruiken: 2 verschillende bovenkanten en in 3 verschillende lengtes. Hiermee koop je dus eigenlijk 5 kledingstukken voor de prijs van 1 😉
De werkbeschrijving is in het Frans en Engels (te onderscheiden door verschillende kleuren tekst), de maten worden gegeven in centimeters en inches, instructies worden gegeven in tekst en kleurenfoto’s en je kunt her en der nog een QR code scannen voor wat extra instructie per video (in het Frans).
Ik koos bij de Crepuscule voor de top met de extra pas, B1. Een pas is een stuk stof dat (meestal) rond de schouders zit en waar de rest van het kledingstuk aan hangt (denk aan een overhemd). In het Engels heet dat een yoke. Ik hou wel van deze klassiek charmante look! Je krijgt door de gerimpelde panden die er onderuit komen een vrij ruime omvang (althans, het kledingstuk, jij wordt niet ruimer dan je al bent 😉), waardoor het een sjieke edoch comfortabele top wordt. De simpele versie (A) is meer rechttoe rechtaan en lekker snel klaar voor de vakantie.
Verlengen kan bij A op 2 verschillende manieren: gewoon langer tekenen (op het patroonblad is dat natuurlijk voor jou gedaan) of met een losse rok die je op taillehoogte gerimpeld aanzet. Wat past beter bij jou?
B verleng je op 1 manier; ook weer gewoon langer tekenen. De verlenging zoals bij A3 (gerimpelde rok op taillehoogte) is niet gegeven, want wat lastiger te realiseren: de top is immers wijder, dus wanneer je daar een rok zoals bij A3 gerimpeld aan zou naaien, valt er niet zoveel te rimpelen en krijg je waarschijnlijk model tent. Wèl zou je het bovenlijfje aan de rok kunnen zetten en op de naad elastiek meestikken, zodat het alsnog strakker in je taille komt te zitten. Dat ziet er dan waarschijnlijk uit zoals hieronder: ook leuk! Hebben we er gewoon zelf een 6e variant aan toegevoegd 😊
Voor deze top/jurk heb je niet veel nodig; in de tabel tussen de foto’s zie je hoeveel stof voor jouw maat. Je moet even zorgvuldig lezen hier, omdat Engels/Frans/cm/inches door elkaar staan en je dan ook nog rekening moet houden met welke van de 5 varianten jij wilt maken.
Leeswijzer (uitgaande van stof van 140cm breed, standaard breedte, zie foto voor A1-B2 hierboven):
A1: 60 cm voor maten 32 t/m 42, 100 cm voor maten 44-48
A2: 90 cm voor maten 32 t/m 42, 150 cm voor maten 44-48
A3: 170cm voor alle maten (hoewel ik hier vraagtekens bij zet en er vanaf maat 44 60 cm bij zou doen…)
B1: 70 cm voor maten 32-34, 80 cm voor mt 36, 100 voor maten 38-48
B2: 140 cm voor maten 32-34, 150 cm voor mt 36, 170 voor maten 38-48.
Wat voor stof is geschikt? Lichtgewicht, geweven stoffen zoals een chambray, lichte denim, katoen, linnen, viscose, crèpe. (Geen idee wat dit allemaal betekent en baal je daarvan? Dan is de online naaicursus Alles over… Textiel zeker iets voor jou!) Kijk ook even bij de volgende alinea over maten!
Daarnaast heb je 2 meter vormband nodig, een reepje strijkbare vlieseline dat je in een bocht kunt strijken langs de hals en armsgaten. Hiermee voorkom je dat de stof daar uitrekt en groter wordt dan bedoeld is. Zeker bij een hals en armsgaten wil je voorkomen dat ze gaan lubberen! In de beschrijving noemen ze dat ‘secure’. Dit is een Europese methode; in Engelstalige werkbeschrijvingen zie je vaak staan dat je op die plekken een stay stitch moet naaien, een stiksel dat hetzelfde doel heeft. Mijn voorkeur gaat uit naar het vormband, omdat ook de stay stitch zetten al kan zorgen voor een vervormde ronde rand. En wist je dat je kledingstuk aan één verkeerd punt optillen en naar je strijkplank dragen dankzij de zwaartekracht al kan zorgen voor een uitgelubberde hals? Probeer maar eens uit met een restje stof. Zoveel om aan te denken….
Maat, pasvorm en aanpassingen
Volgens de maattabel viel ik met mijn borstomvang (100cm) precies tussen maat 42 en 44 in. In de werkbeschrijving, op p.4, staat ook een tabel met daarin de zgn. Finished Garment Measurements, oftewel de maten van het kledingstuk als het af is. Twijfel je tussen twee maten, is het altijd goed daar even te kijken en de meetlint met dat in je achterhoofd nog eens om je heen te hangen. Zo zag ik dat top B2 in maat 42 rondom de buste uiteindelijk 144 cm wijd is en maat 44 wordt 150cm. Ik ga dus voor maat 42. Zou ik A1, 2 of 3 maken, dan moet ik een maat 44 pakken, want daar wordt de borstomvang anders te klein (100 cm of 106 cm). De overwijdte (de extra, losse centimeters rondom je buste) bij de A-patronen is bij alle maten maar 3 cm. Is niet veel! Maatje groter is dan dus beter, tenzij je een rekbare stof gebruikt.
Wat betreft lengte: volgens de maattabel zijn we allemaal 170 cm. Ik niet (ik ben 1,79) en daarom voegde ik 8 cm toe aan de onderkant. Uiteindelijk heb ik er daar weer 5 van afgehaald, omdat de lengte eigenlijk best OK was voor mij. Ben je veel korter dan 1.70, kun je er dus rekening mee houden dat je de top aan de onderkant mogelijk wat korter moet maken. Ikzelf ben altijd groot voorstander van zo lang mogelijk knippen (vaak bepaalt de hoeveelheid stof hoeveel meer centimeters je eraan kunt knippen), afmaken tot aan de zoom en dan bepalen hoeveel er weer af mag. Het is gewoon fijn om even te kunnen passen met de juiste broek/rok/schoenen: alleen jij weet hoe lang goed is voor jou.
Wat ook met de lengte en de pasvorm te maken heeft, zijn de schouderbandjes. In de instructies staat hoe je dat op twee manieren aanpast: met en zonder strikjes. Ga je voor de strikjes-aanpak, kun je nog een beetje spelen met de lengte en de beste plek waarop de rimpels op jouw buste vallen. Optimaal resultaat dus 😉
Uiteindelijk vind ik de armsgaten een beetje aan de wijde kant, dus zou ik bij een volgende de naden niet op 1 cm (die is inbegrepen), maar op 1,5 cm aan elkaar stikken.
Als laatste worden de schouderbandjes er volgens de zichtbare-bies-methode aangenaaid. Alle ins en outs om mooie biezen te naaien leg ik uit in de korte cursus Naai een (schuine) Biesje.
In de instructie staat dat je de zijnaden met een Engelse naad (in het Frans couture Anglaise, in het Engels French seam) dicht kunt naaien, maar aangezien de naadwaarde slechts 1 cm is, is dat best een priegelklusje, zeker als je bedenkt dat de overwijdte bij de A-modellen maar 3 cm is en je er niet teveel vanaf moet snoepen. Wil je dus voor deze mooie afwerking gaan, zou ik boven de 1 cm nog 0,5 cm toevoegen aan de zijnaden.
Zoals gezegd, ik hou van de stijl van de top met de pas; klassiek, bohemian, Kleine Huis op de Prairie, zeg het maar. De simpele versie is altijd goed als basis in je kast: bedenk maar eens bij welke broeken/rokjes je eigenlijk geen bijpassende top hebt en ga los in alle effen kleuren van de regenboog! Vestje erover en je draagt de Crepuscule van april tot oktober. In je broek, niet in je broek, lange rok, korte rok, kortom, met dit patroon kun je eigenlijk je hele lente/zomer/herfst garderobe vullen.
Zo af en toe staat er in de La Maison Victor een patroon waarvan je gewoon wéét dat het een succesnummer wordt. Een interessant patroon; leuk om te maken en geschikt voor heel veel figuren. De Solange Jurk van twee jaar geleden is er zo een, of de Lora Jurk. Ook de Candy Dress voor …
Crepuscule top & jurk van Atelier Scämmit
Crepuscule top & jurk van Atelier Scämmit
Atelier Scämmit is een Frans patronenmerk dat leuke damespatronen ontwerpt die je in veel variaties kunt maken. Ik naaide de Crepuscule Top & Jurk en dat patroon is bijvoorbeeld op 5 verschillende manieren te gebruiken: 2 verschillende bovenkanten en in 3 verschillende lengtes. Hiermee koop je dus eigenlijk 5 kledingstukken voor de prijs van 1 😉
De werkbeschrijving is in het Frans en Engels (te onderscheiden door verschillende kleuren tekst), de maten worden gegeven in centimeters en inches, instructies worden gegeven in tekst en kleurenfoto’s en je kunt her en der nog een QR code scannen voor wat extra instructie per video (in het Frans).
Ik koos bij de Crepuscule voor de top met de extra pas, B1. Een pas is een stuk stof dat (meestal) rond de schouders zit en waar de rest van het kledingstuk aan hangt (denk aan een overhemd). In het Engels heet dat een yoke. Ik hou wel van deze klassiek charmante look! Je krijgt door de gerimpelde panden die er onderuit komen een vrij ruime omvang (althans, het kledingstuk, jij wordt niet ruimer dan je al bent 😉), waardoor het een sjieke edoch comfortabele top wordt. De simpele versie (A) is meer rechttoe rechtaan en lekker snel klaar voor de vakantie.
Verlengen kan bij A op 2 verschillende manieren: gewoon langer tekenen (op het patroonblad is dat natuurlijk voor jou gedaan) of met een losse rok die je op taillehoogte gerimpeld aanzet. Wat past beter bij jou?
B verleng je op 1 manier; ook weer gewoon langer tekenen. De verlenging zoals bij A3 (gerimpelde rok op taillehoogte) is niet gegeven, want wat lastiger te realiseren: de top is immers wijder, dus wanneer je daar een rok zoals bij A3 gerimpeld aan zou naaien, valt er niet zoveel te rimpelen en krijg je waarschijnlijk model tent. Wèl zou je het bovenlijfje aan de rok kunnen zetten en op de naad elastiek meestikken, zodat het alsnog strakker in je taille komt te zitten. Dat ziet er dan waarschijnlijk uit zoals hieronder: ook leuk! Hebben we er gewoon zelf een 6e variant aan toegevoegd 😊
Op de hoogte blijven van nog meer goede naai-tips? Schrijf je in voor de Studio Dotter nieuwsbrief!
Stof en fournituren
Voor deze top/jurk heb je niet veel nodig; in de tabel tussen de foto’s zie je hoeveel stof voor jouw maat. Je moet even zorgvuldig lezen hier, omdat Engels/Frans/cm/inches door elkaar staan en je dan ook nog rekening moet houden met welke van de 5 varianten jij wilt maken.
Ik heb de mooie viscose Dottie Terracotta van Lise Tailor gebruikt.
Leeswijzer (uitgaande van stof van 140cm breed, standaard breedte, zie foto voor A1-B2 hierboven):
A1: 60 cm voor maten 32 t/m 42, 100 cm voor maten 44-48
A2: 90 cm voor maten 32 t/m 42, 150 cm voor maten 44-48
A3: 170cm voor alle maten (hoewel ik hier vraagtekens bij zet en er vanaf maat 44 60 cm bij zou doen…)
B1: 70 cm voor maten 32-34, 80 cm voor mt 36, 100 voor maten 38-48
B2: 140 cm voor maten 32-34, 150 cm voor mt 36, 170 voor maten 38-48.
Wat voor stof is geschikt? Lichtgewicht, geweven stoffen zoals een chambray, lichte denim, katoen, linnen, viscose, crèpe. (Geen idee wat dit allemaal betekent en baal je daarvan? Dan is de online naaicursus Alles over… Textiel zeker iets voor jou!) Kijk ook even bij de volgende alinea over maten!
Daarnaast heb je 2 meter vormband nodig, een reepje strijkbare vlieseline dat je in een bocht kunt strijken langs de hals en armsgaten. Hiermee voorkom je dat de stof daar uitrekt en groter wordt dan bedoeld is. Zeker bij een hals en armsgaten wil je voorkomen dat ze gaan lubberen! In de beschrijving noemen ze dat ‘secure’. Dit is een Europese methode; in Engelstalige werkbeschrijvingen zie je vaak staan dat je op die plekken een stay stitch moet naaien, een stiksel dat hetzelfde doel heeft. Mijn voorkeur gaat uit naar het vormband, omdat ook de stay stitch zetten al kan zorgen voor een vervormde ronde rand. En wist je dat je kledingstuk aan één verkeerd punt optillen en naar je strijkplank dragen dankzij de zwaartekracht al kan zorgen voor een uitgelubberde hals? Probeer maar eens uit met een restje stof. Zoveel om aan te denken….
Maat, pasvorm en aanpassingen
Volgens de maattabel viel ik met mijn borstomvang (100cm) precies tussen maat 42 en 44 in. In de werkbeschrijving, op p.4, staat ook een tabel met daarin de zgn. Finished Garment Measurements, oftewel de maten van het kledingstuk als het af is. Twijfel je tussen twee maten, is het altijd goed daar even te kijken en de meetlint met dat in je achterhoofd nog eens om je heen te hangen. Zo zag ik dat top B2 in maat 42 rondom de buste uiteindelijk 144 cm wijd is en maat 44 wordt 150cm. Ik ga dus voor maat 42. Zou ik A1, 2 of 3 maken, dan moet ik een maat 44 pakken, want daar wordt de borstomvang anders te klein (100 cm of 106 cm). De overwijdte (de extra, losse centimeters rondom je buste) bij de A-patronen is bij alle maten maar 3 cm. Is niet veel! Maatje groter is dan dus beter, tenzij je een rekbare stof gebruikt.
Wat betreft lengte: volgens de maattabel zijn we allemaal 170 cm. Ik niet (ik ben 1,79) en daarom voegde ik 8 cm toe aan de onderkant. Uiteindelijk heb ik er daar weer 5 van afgehaald, omdat de lengte eigenlijk best OK was voor mij. Ben je veel korter dan 1.70, kun je er dus rekening mee houden dat je de top aan de onderkant mogelijk wat korter moet maken. Ikzelf ben altijd groot voorstander van zo lang mogelijk knippen (vaak bepaalt de hoeveelheid stof hoeveel meer centimeters je eraan kunt knippen), afmaken tot aan de zoom en dan bepalen hoeveel er weer af mag. Het is gewoon fijn om even te kunnen passen met de juiste broek/rok/schoenen: alleen jij weet hoe lang goed is voor jou.
Wat ook met de lengte en de pasvorm te maken heeft, zijn de schouderbandjes. In de instructies staat hoe je dat op twee manieren aanpast: met en zonder strikjes. Ga je voor de strikjes-aanpak, kun je nog een beetje spelen met de lengte en de beste plek waarop de rimpels op jouw buste vallen. Optimaal resultaat dus 😉
Uiteindelijk vind ik de armsgaten een beetje aan de wijde kant, dus zou ik bij een volgende de naden niet op 1 cm (die is inbegrepen), maar op 1,5 cm aan elkaar stikken.
Naaitips
Ga je voor de variant met de je voor de variant met de yoke (pas, empiècement), wordt de pas volgens de burrito-methode aan het voor-/achterpand genaaid: een hele mooie methode om alle naadjes naar binnen te werken! In deze korte cursus leg ik je uit hoe jij ook een mooie pas op deze manier kunt naaien.
De panden (model B) en de rok (model A3) worden gerimpeld. Tips over rimpelen vind je hier.
Als laatste worden de schouderbandjes er volgens de zichtbare-bies-methode aangenaaid. Alle ins en outs om mooie biezen te naaien leg ik uit in de korte cursus Naai een (schuine) Biesje.
In de instructie staat dat je de zijnaden met een Engelse naad (in het Frans couture Anglaise, in het Engels French seam) dicht kunt naaien, maar aangezien de naadwaarde slechts 1 cm is, is dat best een priegelklusje, zeker als je bedenkt dat de overwijdte bij de A-modellen maar 3 cm is en je er niet teveel vanaf moet snoepen. Wil je dus voor deze mooie afwerking gaan, zou ik boven de 1 cm nog 0,5 cm toevoegen aan de zijnaden.
Conclusie
Zoals gezegd, ik hou van de stijl van de top met de pas; klassiek, bohemian, Kleine Huis op de Prairie, zeg het maar. De simpele versie is altijd goed als basis in je kast: bedenk maar eens bij welke broeken/rokjes je eigenlijk geen bijpassende top hebt en ga los in alle effen kleuren van de regenboog! Vestje erover en je draagt de Crepuscule van april tot oktober. In je broek, niet in je broek, lange rok, korte rok, kortom, met dit patroon kun je eigenlijk je hele lente/zomer/herfst garderobe vullen.
Op de hoogte blijven van nog meer goede naai-tips? Schrijf je in voor de Studio Dotter nieuwsbrief!
Related Posts
Nieuw van Lise Tailor: patroon Pimpante en prachtige stoffen
Vandaag lanceert Lise Tailor een stapel nieuwe stoffen èn een nieuw patroon en ik vertel je er hier graag meer over, want ze zijn om te smullen…
Silia Jurk (La Maison Victor 05/19)
Zo af en toe staat er in de La Maison Victor een patroon waarvan je gewoon wéét dat het een succesnummer wordt. Een interessant patroon; leuk om te maken en geschikt voor heel veel figuren. De Solange Jurk van twee jaar geleden is er zo een, of de Lora Jurk. Ook de Candy Dress voor …
Kniptips voor stof met ruiten of strepen
Lees in deze tutorial hoe je je stof zo knipt dat ruiten of strepen helemaal perfect doorlopen.
Stof vs papier
Kun je papier wel snijden met je rolmes? Lees het hier.