Toen ik nog maar net naaide en nog voor een klas HBO studenten stond, ging ik met hen op werkweek naar Parijs. Ik was de docent en reisleider, en had mijn huiswerk gedaan, dus ik dirigeerde de buschauffeur op de laatste ochtend naar de Montmartre, zei tegen mijn (meerderjarige) studenten en mijn collega’s: “Over twee uur terug bij de bus!” en sloop toen naar Tissu de la Reine, eerst met nog wat studenten in mijn kielzog die al snel afhaakten toen ze ontdekten dat ik hele saaie dingen aan het doen was. Daar kocht ik, puur op basis van de looks een paar mooie lappen stof. Geen idee wat ik in handen had, wat ik ervan ging maken en wat ik nodig had. Bij thuiskomst bleek het véél te weinig en kon er alleen maar een mouwloze top uit die na één keer wassen dramatisch gekrompen was. Geen succes dus…
Of je nou stof koopt in een fysieke winkel of online, er zijn een paar cruciale dingen waar je op moet letten en in deze tutorial deel ik die graag met jou!
1. Bepaal van tevoren hoeveel stof je nodig hebt.
Soms loop je tegen een fantastische lap stof aan (zoals ik hier, bij een deadstock winkel in Kopenhagen, met een lap van Roberto Cavalli) en in een opwelling koop je dan 1 meter. Of 2, of 3, gewoon, op de tast. De kans zit er dik in dat je dan net te veel voor je project hebt, waardoor je blijft zitten met een restje waar je eigenlijk niks meer mee kan (behalve misschien een onderbroek van maken?), òf net te weinig. Beiden onhandig, want in het eerste geval heb je teveel betaald en wordt je stapel ‘restjes waar je ooit vast nog wel iets mee kan’ steeds groter. Zonde! In het tweede geval ben je misschien eindeloos aan het puzzelen met al je patroondeeltjes (herkenbaar?) en moet je uiteindelijk alsnog naar een ander patroon op zoek. Of Je hebt niet op de stofbreedte gelet en in Frankrijk blijkt de standaard stofbreedte veel smaller te zijn, waardoor je alsnog (veel) te weinig hebt gekocht…
Heb je daar allemaal geen zin in, ga dan voorbereid shoppen voor stofjes. Dat begint bij het uitzoeken van een patroon. Bij de werkbeschrijving staat per maat aangegeven wat je nodig hebt bij welke stofbreedte; hou je daar aan en je zit goed (zie wel even de twee bonustips hieronder*). Ben je een patroon aan het hacken, zoals het combineren van een blouse en een rok, ofje tekent zelf een patroon, dan kun je het best eerst je patroondelen maken en die dan op een tafel of de grond neerleggen waarop je hebt gemarkeerd wat de breedte van de stof is (vaak: dubbelgevouwen 70 cm voor geweven stof, 75 voor rekbare stof). Zo kun je puzzelen en bepalen welke lengte je moet bestellen. Doe voor de zekerheid even een zelfde puzzel bij een smallere stofbreedte en let daar op als je een stof uitkiest. Ja, door schade en schande wordt men (=ik) wijs en dat deel ik graag me je 😉
*Twee extra dingen om rekening mee te houden: krimp en print. In deze tutorial beschrijf ik hoe het zit met het voorwassen van je stofen de krimp in de lengte die dan mogelijk kan ontstaan. Daarnaast bepaalt de print van de stof (grote bloemen, strepen, ruiten) in combinatie met jouw behoefte om die print door te laten lopen op de voor- en achterkant van je kledingstuk (Pietje Precies of niet?) of je een beetje extra moet kopen. Let daarbij op het ‘rapport’; dat is de lengte van elk unieke blok. Hoe groter zo’n rapport, hoe meer stof je nodig hebt om je patroon door te laten lopen. Als je 2 tot 3 keer de lengte van zo’n rapport bijbesteld, zit je goed. Hieronder zie je een voorbeeld van een rapport van 16,5 cm.
Toch graag onvoorbereid op stap? Maak eens een lijstje (in je hoofd/in je telefoon) van wat je voor je favo patronen ongeveer nodig hebt. Voor een trui met capuchon voor mijn oudste zoon heb ik 140 cm nodig, voor een broek voor mezelf 170 cm, etc. Kom je dan een fantastische lap stof tegen op een marktje in Praag/Gothenborg/Barcelona, kun je wel zo’n beetje inschatten wat je nodig hebt om, noem eens wat, nóg een Frida Blouse te maken.
2. Zorg ervoor dat je weet welke eigenschappen je stof moet hebben.
Ook waargebeurd: in mijn beginjaren als naaister koos ik eigenlijk alle stofjes op basis van de leuke print. Dat is jou vast niet vreemd 😉 Met als gevolg dat ik een hele stapel katoentjes van 1m had liggen (zie de tip hierboven), maar geen flauw idee wat ik ermee moest doen, want een trui kun je er niet van maken en daar had ik nou juist behoefte aan.
Binding is de naam voor de manier waarop de garens zijn samengeknoopt tot een lap textiel. Is de stof geweven, is die in principe niet rekbaar (tenzij er elastaan is meegeweven, zoals bij een stretch denim) en kun je er een kledingstuk van maken waar een sluiting in moet (gulp, knoopsgaten, rits) of moet deze wijd genoeg zijn om over je hoofd te gaan. Is een stof gebreid, is deze in principe rekbaar en kun je deze het beste gebruiken voor meer aangesloten kledingstukken (te wijd en de stof zal gaan hangen = niet zo mooi). Rek/geen rek kun je voelen door in de breedte (van zelfkant naar zelfkant) aan de stof te trekken.* Op een goede stoffenwebwinkel staat aangegeven of stof rekbaar is of niet.
* Aan lengterek heb je niet zoveel, geen idee waarom fabrikanten stoffen maken waar alleen lengterek in zit…
Wat ook aangegeven is (of zou moeten zijn), is de grondstof: de basis waarmee de garens zijn gemaakt. Als er EL (elastaan) of LY (lycra) staat, weet je dat je een stof koopt die rekbaar is, bijvoorbeeld in combinatie met CO (katoen) of PE (polyester). Dat zijn neutrale feiten waar jij een mening over mag vormen: wat voor stof vind ik fijn dragen? Wat vind ik belangrijk: vochtopname, valling, licht van gewicht, weinig kreuk, snel droog, weinig impact op het milieu? Kijk maar eens in de labels van kleding die je hebt gekocht. Wat staat er en wat vind je van de eigenschappen van die stof? Op die manier vorm je een mening en een voorkeur en word het uitkiezen van stof vaak makkelijker. Je kunt je zo meer laten leiden door eigenschappen dan door print.
Het laatste onderdeel waar je op zou kunnen letten is de kwaliteit van stof. Hoe lang wil je dat je kledingstuk mee gaat? Een belangrijke indicator is daarbij de prijs… Je mag er gerust vanuit gaan dat hoe goedkoper, hoe lager de kwaliteit is. Er zijn goedkope garens gebruikt die snel slijten of pluizen en er is waarschijnlijk ook beknibbeld op de kwaliteit van de verving, waardoor de print snel zal slijten. Andersom is een hoge prijs niet per se een indicatie voor een goede kwaliteit omdat je soms ook betaald voor de naam van een bekend merk. Probeer daar dus ervaring op te bouwen, of vraag een beetje rond. Ben je blij met een merk, kun je die stoffen ook gerust online kopen.
Nog meer tips over hoe je bepaalt of je iets moois in handen hebt? In de online cursus Alles over… Textiel vertel ik je er nog véél meer over!
Elke stoffenwinkeleigenaar, of die nou een online winkel, een bakstenen winkel of een marktkraam heeft, doet zijn of haar best om de gevreesde ‘verkleurde stofvouw’ te voorkomen (of zou dat moeten doen), maar soms is er geen ontkomen aan… De stof ligt dubbelgevouwen en opgerold op een karton en wordt blootgesteld aan daglicht of lamplicht en wordt precies op die rand een beetje lichter (of soms viezer).
Dat betekent dat jij voor het knippen/snijden de stof anders moet gaan vouwen om te voorkomen dat je precies op je rug of je buik een lichte streep hebt lopen. Gebruik daarom nooit klakkeloos de oorspronkelijke vouw in het midden als jouw stofvouw vóórdat je hebt gecheckt of die vouw niet vies of verkleurd is. Hands up als dat je al eens gebeurd is…
Meestal kun je best goed om die vouw heen werken, of verstop je ‘m op een onopvallende plek, zoals de achterkant van een mouw, maar fijner is als je dat van tevoren weet en je om meer stof kunt vragen vanwege die verkleuring. In een fysieke winkel of op de markt kun je dat zelf even checken en claimen dat je daardoor voor hetzelfde geld meer nodig hebt, of om korting vragen. Bij een online winkel moet je er maar op vertrouwen dat ze dat voor je doen en anders achteraf een vriendelijke klacht indienen 😊
4. Koop gelijk bijpassend garen.
In één keer klaar zijn? Koop of bestel gelijk bijpassend garen, zodat je meteen van start kan! Vaak heeft een stoffenwinkel het garenassortiment aangepast aan de stoffen die er liggen, zodat je zeker weet dat het een goede match is.
Soms heb je van die prachtige stoffen die je tijdens het knippen/snijden toch heel veel hoofdbrekens kunnen bezorgen! Knal je je patroondelen lukraak op de stof, dan is de kans vrij groot dat je met een broek/jas/blouse blijft zitten met nogal wiebelige lijnen van boven naar beneden en van links naar rechts. Dit oogt niet …
Bij gebrek aan een betere naam noem ik deze manier van het afwerken van een mouw het andersom boordje. Ik vind het altijd fijn om een beetje te kunnen variëren met hoe ik de randjes van een kledingstuk afwerk om zo steeds weer een ander uiterlijk te krijgen en dit andersom boordje leent zich daar …
4 tips om te lezen vóór je stof koopt
4 Tips om te lezen vóór je stof koopt
Toen ik nog maar net naaide en nog voor een klas HBO studenten stond, ging ik met hen op werkweek naar Parijs. Ik was de docent en reisleider, en had mijn huiswerk gedaan, dus ik dirigeerde de buschauffeur op de laatste ochtend naar de Montmartre, zei tegen mijn (meerderjarige) studenten en mijn collega’s: “Over twee uur terug bij de bus!” en sloop toen naar Tissu de la Reine, eerst met nog wat studenten in mijn kielzog die al snel afhaakten toen ze ontdekten dat ik hele saaie dingen aan het doen was. Daar kocht ik, puur op basis van de looks een paar mooie lappen stof. Geen idee wat ik in handen had, wat ik ervan ging maken en wat ik nodig had. Bij thuiskomst bleek het véél te weinig en kon er alleen maar een mouwloze top uit die na één keer wassen dramatisch gekrompen was. Geen succes dus…
Of je nou stof koopt in een fysieke winkel of online, er zijn een paar cruciale dingen waar je op moet letten en in deze tutorial deel ik die graag met jou!
1. Bepaal van tevoren hoeveel stof je nodig hebt.
Soms loop je tegen een fantastische lap stof aan (zoals ik hier, bij een deadstock winkel in Kopenhagen, met een lap van Roberto Cavalli) en in een opwelling koop je dan 1 meter. Of 2, of 3, gewoon, op de tast. De kans zit er dik in dat je dan net te veel voor je project hebt, waardoor je blijft zitten met een restje waar je eigenlijk niks meer mee kan (behalve misschien een onderbroek van maken?), òf net te weinig. Beiden onhandig, want in het eerste geval heb je teveel betaald en wordt je stapel ‘restjes waar je ooit vast nog wel iets mee kan’ steeds groter. Zonde! In het tweede geval ben je misschien eindeloos aan het puzzelen met al je patroondeeltjes (herkenbaar?) en moet je uiteindelijk alsnog naar een ander patroon op zoek. Of Je hebt niet op de stofbreedte gelet en in Frankrijk blijkt de standaard stofbreedte veel smaller te zijn, waardoor je alsnog (veel) te weinig hebt gekocht…
Heb je daar allemaal geen zin in, ga dan voorbereid shoppen voor stofjes. Dat begint bij het uitzoeken van een patroon. Bij de werkbeschrijving staat per maat aangegeven wat je nodig hebt bij welke stofbreedte; hou je daar aan en je zit goed (zie wel even de twee bonustips hieronder*). Ben je een patroon aan het hacken, zoals het combineren van een blouse en een rok, of je tekent zelf een patroon, dan kun je het best eerst je patroondelen maken en die dan op een tafel of de grond neerleggen waarop je hebt gemarkeerd wat de breedte van de stof is (vaak: dubbelgevouwen 70 cm voor geweven stof, 75 voor rekbare stof). Zo kun je puzzelen en bepalen welke lengte je moet bestellen. Doe voor de zekerheid even een zelfde puzzel bij een smallere stofbreedte en let daar op als je een stof uitkiest. Ja, door schade en schande wordt men (=ik) wijs en dat deel ik graag me je 😉
*Twee extra dingen om rekening mee te houden: krimp en print. In deze tutorial beschrijf ik hoe het zit met het voorwassen van je stof en de krimp in de lengte die dan mogelijk kan ontstaan. Daarnaast bepaalt de print van de stof (grote bloemen, strepen, ruiten) in combinatie met jouw behoefte om die print door te laten lopen op de voor- en achterkant van je kledingstuk (Pietje Precies of niet?) of je een beetje extra moet kopen. Let daarbij op het ‘rapport’; dat is de lengte van elk unieke blok. Hoe groter zo’n rapport, hoe meer stof je nodig hebt om je patroon door te laten lopen. Als je 2 tot 3 keer de lengte van zo’n rapport bijbesteld, zit je goed. Hieronder zie je een voorbeeld van een rapport van 16,5 cm.
Toch graag onvoorbereid op stap? Maak eens een lijstje (in je hoofd/in je telefoon) van wat je voor je favo patronen ongeveer nodig hebt. Voor een trui met capuchon voor mijn oudste zoon heb ik 140 cm nodig, voor een broek voor mezelf 170 cm, etc. Kom je dan een fantastische lap stof tegen op een marktje in Praag/Gothenborg/Barcelona, kun je wel zo’n beetje inschatten wat je nodig hebt om, noem eens wat, nóg een Frida Blouse te maken.
2. Zorg ervoor dat je weet welke eigenschappen je stof moet hebben.
Ook waargebeurd: in mijn beginjaren als naaister koos ik eigenlijk alle stofjes op basis van de leuke print. Dat is jou vast niet vreemd 😉 Met als gevolg dat ik een hele stapel katoentjes van 1m had liggen (zie de tip hierboven), maar geen flauw idee wat ik ermee moest doen, want een trui kun je er niet van maken en daar had ik nou juist behoefte aan.
Kies je een stof uit, kun je op 3 eigenschappen letten: binding, grondstof en kwaliteit. Over deze eigenschappen vertel ik uitgebreid in de online naaicursus Alles over… Textiel (waar je 66 (!) stalen bij krijgt zodat je al je zintuigen in kunt zetten om allerlei soorten stoffen te herkennen).
Binding is de naam voor de manier waarop de garens zijn samengeknoopt tot een lap textiel. Is de stof geweven, is die in principe niet rekbaar (tenzij er elastaan is meegeweven, zoals bij een stretch denim) en kun je er een kledingstuk van maken waar een sluiting in moet (gulp, knoopsgaten, rits) of moet deze wijd genoeg zijn om over je hoofd te gaan. Is een stof gebreid, is deze in principe rekbaar en kun je deze het beste gebruiken voor meer aangesloten kledingstukken (te wijd en de stof zal gaan hangen = niet zo mooi). Rek/geen rek kun je voelen door in de breedte (van zelfkant naar zelfkant) aan de stof te trekken.* Op een goede stoffenwebwinkel staat aangegeven of stof rekbaar is of niet.
* Aan lengterek heb je niet zoveel, geen idee waarom fabrikanten stoffen maken waar alleen lengterek in zit…
Wat ook aangegeven is (of zou moeten zijn), is de grondstof: de basis waarmee de garens zijn gemaakt. Als er EL (elastaan) of LY (lycra) staat, weet je dat je een stof koopt die rekbaar is, bijvoorbeeld in combinatie met CO (katoen) of PE (polyester). Dat zijn neutrale feiten waar jij een mening over mag vormen: wat voor stof vind ik fijn dragen? Wat vind ik belangrijk: vochtopname, valling, licht van gewicht, weinig kreuk, snel droog, weinig impact op het milieu? Kijk maar eens in de labels van kleding die je hebt gekocht. Wat staat er en wat vind je van de eigenschappen van die stof? Op die manier vorm je een mening en een voorkeur en word het uitkiezen van stof vaak makkelijker. Je kunt je zo meer laten leiden door eigenschappen dan door print.
Het laatste onderdeel waar je op zou kunnen letten is de kwaliteit van stof. Hoe lang wil je dat je kledingstuk mee gaat? Een belangrijke indicator is daarbij de prijs… Je mag er gerust vanuit gaan dat hoe goedkoper, hoe lager de kwaliteit is. Er zijn goedkope garens gebruikt die snel slijten of pluizen en er is waarschijnlijk ook beknibbeld op de kwaliteit van de verving, waardoor de print snel zal slijten. Andersom is een hoge prijs niet per se een indicatie voor een goede kwaliteit omdat je soms ook betaald voor de naam van een bekend merk. Probeer daar dus ervaring op te bouwen, of vraag een beetje rond. Ben je blij met een merk, kun je die stoffen ook gerust online kopen.
Nog meer tips over hoe je bepaalt of je iets moois in handen hebt? In de online cursus Alles over… Textiel vertel ik je er nog véél meer over!
3. Check de stofvouw
Elke stoffenwinkeleigenaar, of die nou een online winkel, een bakstenen winkel of een marktkraam heeft, doet zijn of haar best om de gevreesde ‘verkleurde stofvouw’ te voorkomen (of zou dat moeten doen), maar soms is er geen ontkomen aan… De stof ligt dubbelgevouwen en opgerold op een karton en wordt blootgesteld aan daglicht of lamplicht en wordt precies op die rand een beetje lichter (of soms viezer).
Dat betekent dat jij voor het knippen/snijden de stof anders moet gaan vouwen om te voorkomen dat je precies op je rug of je buik een lichte streep hebt lopen. Gebruik daarom nooit klakkeloos de oorspronkelijke vouw in het midden als jouw stofvouw vóórdat je hebt gecheckt of die vouw niet vies of verkleurd is. Hands up als dat je al eens gebeurd is…
Meestal kun je best goed om die vouw heen werken, of verstop je ‘m op een onopvallende plek, zoals de achterkant van een mouw, maar fijner is als je dat van tevoren weet en je om meer stof kunt vragen vanwege die verkleuring. In een fysieke winkel of op de markt kun je dat zelf even checken en claimen dat je daardoor voor hetzelfde geld meer nodig hebt, of om korting vragen. Bij een online winkel moet je er maar op vertrouwen dat ze dat voor je doen en anders achteraf een vriendelijke klacht indienen 😊
4. Koop gelijk bijpassend garen.
In één keer klaar zijn? Koop of bestel gelijk bijpassend garen, zodat je meteen van start kan! Vaak heeft een stoffenwinkel het garenassortiment aangepast aan de stoffen die er liggen, zodat je zeker weet dat het een goede match is.
Related Posts
Kniptips voor stof met ruiten of strepen
Lees in deze tutorial hoe je je stof zo knipt dat ruiten of strepen helemaal perfect doorlopen.
Hoe knip je verticaal gestreepte of geruite stof perfect recht van draad?
Soms heb je van die prachtige stoffen die je tijdens het knippen/snijden toch heel veel hoofdbrekens kunnen bezorgen! Knal je je patroondelen lukraak op de stof, dan is de kans vrij groot dat je met een broek/jas/blouse blijft zitten met nogal wiebelige lijnen van boven naar beneden en van links naar rechts. Dit oogt niet …
Hoe maak je een hoge boord die toch mooi plat ligt?
(Op de hoogte blijven van nog meer goede naai-tips? Schrijf je in voor de Studio Dotter nieuwsbrief!)
Andersom boordje
Bij gebrek aan een betere naam noem ik deze manier van het afwerken van een mouw het andersom boordje. Ik vind het altijd fijn om een beetje te kunnen variëren met hoe ik de randjes van een kledingstuk afwerk om zo steeds weer een ander uiterlijk te krijgen en dit andersom boordje leent zich daar …